inspanningstest - fietsen
Traptechniek en sprint test
Doelgroep
Deze maximale inspanningstest is vooral geschikt voor wielrenners of triatleten van professioneel of semiprofessioneel niveau die een detailanalyse van hun traptechniek wensen te bekomen, alsook een evaluatie wensen van hun maximaal vermogen bij verschillende trapfrequenties. Ook wielertoeristen met een onevenwicht in de traptechniek, bijvoorbeeld als gevolg van een kwetsuur, kunnen op basis van deze test specifiek advies krijgen om de traptechniek te verbeteren.
Rapportering en feedback
Op basis van de meetresultaten krijg je na de test een rapport met een analyse van (1) je traptechiek, en (2) je maximaal vermogen bij cadans tussen 40 en 120 omwentelingen per min. Wat betreft de traptechniek krijg je een vergelijking van het geleverde koppel (~kracht) tijdens de duw- en trekfase van het linker en rechter pedaal. Bijzondere aandacht gaat naar de links/rechts symmetrie, en het eventuele krachtverlies op het dode punt van de omwenteling (verticale stand van de cranks). Aangezien we deze evaluatie uitvoeren bij cadans 90 en 110 krijg je ook een beeld van je ‘souplesse’, m.a.w. kan je bij hogere cadans nog steeds een goede traptechniek ontwikkelen? Wat betreft je pedaalkracht krijg je een overzicht van je maximaal functioneel vermogen (Watt) op je eigen fiets bij trapfrequenties tussen de 40 en 120 omwentelingen per min. Je maximale vermogens worden ook gesitueerd t.o.v. de normale waarden bij elite wielrenners of triatleten.
Testprocedure
Voor deze test wordt je eigen fiets gemonteerd op een zogenaamde ‘isokinetische ergometer’, dit is een ergometer waarvan we de cadans kunnen vastleggen onafhankelijk van de kracht die je zelf op de pedalen uitoefent. Dit laat toe om in elke fase van de pedaalomwenteling (links/rechts), en aan een vaste cadans, het geleverde koppel continu te meten. Tijdens deze test warm je eerst gedurende een 10-tal min op om te gewennen aan de isokinetische werking van de ergometer. Daarna fiets je enkele korte blokjes (1 à 2 min) aan een vermogen dat overeenkomt met je aerobe en anaerobe drempel, en telkens aan twee verschillende cadansen: 90 en 110 omwentelingen per min. Tenslotte voer je 5 korte ‘sprintjes’ (3-4 sec) uit, zittend in het zadel, aan verschillende cadans: 40, 60, 80, 100 en 120 omwentelingen per min. Tussen de sprintjes kan je 2 min losfietsen op 100 Watt.
Duurtijd test
120 minuten
Prijs